Skip to main content

Slavenroute Amsterdam met College Heemlanden uit Houten, woensdag 15 mei

Woensdag 15 mei heeft MiraKa Educatie met 6 leerlingen van het College Heemlanden en hun docent de Slavenroute van Amsterdam gelopen. Zij hebben hier zelfs een mooi verslag van gemaakt, zie hieronder.

 

 

 

 Verslag excursie Slavernij

Woensdag 15 mei 2013. Zes leerlingen uit de tweede klas en hun docent – mevrouw Wuisman – gaan in het kader van sociale wetenschappen naar Amsterdam om een rondleiding te krijgen langs verschillende gebouwen die een verband hebben met de slavernij in Amsterdam.

We werden om 8.50 op school verwacht, zodat we op tijd naar de trein konden. Toen iedereen er was, liepen we naar het station. We moesten nog even wachten op de trein, want we waren iets te vroeg. De trein ging eerst naar Utrecht Centraal. Bij Utrecht Centraal stapten we over op een andere trein, die naar Amsterdam Centraal ging. In de trein lazen we allemaal een boekje over de slavernij, zodat we er wat meer over te weten kwamen.

Toen de trein op Amsterdam Centraal aankwam, stapten we uit de trein. We liepen richting het Paleis op de Dam. Onderweg naar het Paleis op de Dam zagen we heel veel supporters van Chelsea en Benfica. Naast het gebouw van de Bijenkorf was een soort klein pleintje, waar heel veel verschillende politiewagens aan kwamen rijden of al geparkeerd waren. Er was best veel politie. Er liep ook een man met een panty en een wit adidas-broekje aan en een roodgeschminkt gezicht. De man ging op het plein voor het Paleis op de Dam met een Benfica vlag in zijn hand op een krukje staan en speelde voor levend standbeeld. Op het plein voor het Paleis op de Dam stonden ook Maria en Sanne – zij gaven de rondleiding langs de gebouwen die een verband hebben met de slavernij – op ons te wachten. Maria en Sanne stelden zich aan ons voor en wij stelden ons aan hun voor.

We liepen dichter naar het Paleis op de Dam toe. Maria stelde ons eerst een paar vragen. Vragen zoals: “Denken jullie dat er in Amsterdam ook slaven hebben gewoond?” en “Wat is een slaaf?” Nadat er een paar antwoorden op de vragen gegeven waren vertelde Maria wat over het Paleis op de Dam. Het Paleis op de Dam was vroeger een stadhuis geweest, totdat het paleis aan koning Lodewijk Napoleon aangeboden werd. Het Paleis op de Dam heeft met slavernij te maken omdat vroeger elke eerste woensdag van de maand de sociëteit van Suriname bij elkaar kwam in het Paleis op de Dam om te vergaderen over dingen die te maken hadden met het bestuur van Suriname en de plantages; dus ook over het kopen en verkopen van slaven en de behandeling van slaven. Maria liet nog foto’s zien van het Paleis op de Dam en wat belangrijke mensen die te maken hadden met slavernij. Daarna liepen we naar de Nieuwe Kerk.

In de Nieuwe Kerk gingen we in een hoekje staan en Maria en Sanne legde wat uit over mensen die veel met slavernij te maken hadden en in de Nieuwe Kerk begraven liggen, onder andere Salomon du Plessis. Salomon du Plessis was de vader van Susanne du Plessis. Er gaan mythen rond dat zij de wreedste slavenhoudster is geweest. Na de Nieuwe Kerk liepen we richting het Begijnhof, maar terwijl we daar naartoe liepen kwamen we in een soort kunsthal.

De Schuttersgalerij – bewonderen van het tapijt

In de kunsthal lag een heel groot tapijt op de grond, wat uit vierkante blokjes van ongeveer 1 bij 1 meter bestond. Elk blokje stond symbool voor een land. Sanne liet wat schilderijen zien en vertelde er wat over, later vertelden Maria en Sanne wat over het tapijt. Er was een blokje van het land Suriname, een land waar veel slavernij is geweest. De versiering van het blokje leek veel op speciale kledij van marrons. Marrons zijn gevluchte slaven die in een stam in een oerwoud van Suriname zijn gaan leven. Nadat er veel foto’s van het stukje tapijt gemaakt waren, gingen we door naar het Begijnhof. Op weg naar het Begijnhof zagen we huizen die heel erg naar voren stonden gebogen. De huizen zijn expres naar voren gebouwd, zodat het weer geen grip op de huizen kan hebben.

In het Begijnhof

Het Begijnhof was een soort pleintje waar allemaal huizen omheen stonden. In de huizen om het pleintje woonden vroeger Begijnen. Begijnen zijn een soort nonnen. Op het pleintje stond ook een kerk. De kerk – het was een Engelse Presbyteriaanse kerk – heeft met de slavernij te maken gehad omdat een vrij gemaakte slavin erin gedoopt werd. De naam van de vrij gemaakte slavin was Lea Parijs. Parijs was niet haar eigen achternaam, maar slaven kregen vroeger een naam van hun meester, waardoor Lea de achternaam Parijs kreeg. Een van de huizen rond het pleintje was gebouwd met tropisch hout uit Suriname, waar geen slavernij voor gebruikt was. Op het pleintje stond ook een beeld van een Begijnse non. Achter de Engelse Presbyteriaanse kerk stond een schuilkerk, wat nu een museum is.

Op de Herengracht bij de voormalige woning van Jacob van der Dussen

Na het Begijnhof liepen we naar een aantal gebouwen toe die wat met slavernij te maken hadden. Eerst stopten we bij een gebouw wat nu een aula is. Maria en Sanne vertelden wat over het gebouw en daarna liepen we verder naar het volgende gebouw. Zo ging het door, totdat we bij een gebouw kwamen waar vroeger een bank zat. Het gebouw was heel chique, waaraan je ook kon afleiden dat het een bank was. Nu bewaren ze informatie in het gebouw, waar ook heel veel informatie over slavernij te vinden is. Uiteindelijk kwamen we uit bij een gebouw wat nu een burgemeesterswoning is. Het gebouw werd in 1674 gekocht door Paulus Godin, dat was de bestuurder van de Sociëteit van Suriname en de West- Indische Compagnie (de WIC). Nu is het de ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam. Voor het gebouw lag een steen dat de mensen aan de slavernij deed herinneren. De tekst van de steen begon met “Zolang de herinnering leeft, is het leed niet voor niets geleden.” en eindigde met “Slavenhandel en slavernij zijn misdaden tegen de menselijkheid.” We gingen nog met z’n allen op de foto voor het gebouw en daarna liepen we naar het Rembrandtsplein. Daar namen we afscheid van Maria en Sanne.

Groepsfoto en afscheid

Na de rondleiding moesten we nog lunchen. We hadden even een korte discussie over waar we zouden gaan eten, maar algauw besloten we dat we naar de MC Donalds gingen. De hele rondleiding was het koud, en bij de MC Donalds was het gelukkig lekker warm. Beneden was er geen plaats meer om te zitten, maar boven was er genoeg ruimte. We gingen allemaal in de rij staan om iets lekkers te bestellen. Het duurde wel lang voordat iedereen zijn drinken had gekregen omdat het milkshake- apparaat kapot was. Even later deed die het gelukkig wel weer. Na een half uurtje waren we klaar met eten en kletsten we nog wat. We hadden nog even overwogen om naar het Oosterpark te gaan – in het Oosterpark staat het slavernijmonument – maar dat deden we toch maar niet.

Op weg terug naar het station waren nog meer Chelsea en Benfica fans in Amsterdam. Sommige waren al dronken en waren vals aan het zingen. We namen een route terug naar het station waar we zo min mogelijk dronken fans tegen zouden komen. Onderweg kwamen we nog langs een paaltje waar het logo van Amsterdam op stond. Mevrouw Wuisman legde uit dat de drie kruisjes van Amsterdam stonden voor drie grote branden die vroeger in Amsterdam zijn geweest waardoor Amsterdam bijna weg was. Toen we op het station aankwamen zochten we naar welk spoor we moesten en toen stapten we allemaal in de trein richting Utrecht Centraal. In de trein begonnen we aan dit verslag te schrijven en kletsten we wat over de excursie en andere dingen.

Woensdag 15 mei 2013. Zes leerlingen uit de tweede klas en hun docent – mevrouw Wuisman – hebben een leuke – maar wel koude – dag beleefd in Amsterdam en heel veel geleerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *