Skip to main content

Slavernij in verleden, heden en toekomst

Op 10 en 11 juli 2018 vond de 3e Global meeting ‘Slavery Past, Present and Future’ plaats. De organisatie lag in handen van de Robert H. McKinney School of Law van de Universiteit van Indiana. Plaats van samenkomst was de ‘Europe Gateway’ van voornoemde universiteit in het ‘Council on International Educational Exchange’ in Berlijn. Centraal stond onder andere de vraag of slavernij een onvermijdelijk onderdeel is van mens zijn. Immers, zo lang na de afschaffing van de slavernij worden er op dit moment wereldwijd, naar schatting, nog zo’n 35 miljoen mensen in slavernij gehouden. Temidden van de line-up van sprekers uit Duitsland, Nederland, Amerika, Spanje, Nigeria, Algerije, Engeland en Ierland bevond zich Bert Reinders. Hij sprak voor Stichting Stil Verleden over de Nederlandse Slavernij tussen 1568-1910; vanaf het begin van de 80-jarige oorlog tot het laatste jaar van de afschaffing van de slavernij. Hierna zijn lezing in een notendop.

In Nederland wonen veel actieve afstammelingen van de Nederlandse slavernij in de voormalige kolonie Suriname. Hierdoor wordt het verhaal over de slavernijgeschiedenis vaak beperkt tot dat van de trans-Atlantische slavernij. Nieuw onderzoek toont aan dat de betrokkenheid van de Nederlanders bij de slavernij in Azië begon. Dat deze Oost-Indische slavernij (1,11 miljoen)  veel omvangrijker was dan de trans-Atlantische of West Indische slavernij (0,85 miljoen). De afschaffing van de slavernij in alle voormalige kolonies nam 50 jaar in beslag van 1860 tot 1910. Nederland veroverde kolonies op de Portugezen en nam daarmee het bestaande slavernijsysteem van hen over. Nederland introduceerde zelf de slavenhandel en slavernij in de kolonies Nieuw-Nederland (New York) en de Kaapkolonie (Zuid-Afrika).