Tijd voor het echte verhaal op OBS de Burght
Het begon met een telefoontje van juf Lisette. Ze vertelde dat ze op school altijd vooral aandacht had besteed aan de Gouden Eeuw en de Tweede Wereldoorlog. “Maar nu is het tijd om het over slavernij te hebben,” zei ze. En zo stond ik op maandagochtend in het mooie, monumentale gebouw van OBS de Burght, midden in de Jordaan.
Zodra ik de klas binnenstapte, gaf ik de educatiekoffer een plek en richtte ik een kleine minitentoonstelling in. Vooral de slavenboeien trokken meteen de aandacht. Sommige leerlingen kwamen er nieuwsgierig op af, stelden vragen of raakten ze voorzichtig aan. Elk voorwerp in die koffer draagt een verhaal, en die verhalen moeten verteld blijven worden.
Ik gaf les aan twee klassen van groep 8: eerst bij meester Sander, daarna bij juf Lisette. In haar klas waren ze druk bezig met de eindmusical, een bekende traditie op bijna elke basisschool. Maar toen het tijd was voor mijn les, zaten ze er helemaal klaar voor.
Ik begon met het schilderij De Geograaf van Johannes Vermeer. “Wat zie je?” vroeg ik. Een globe, een passer, een kaart, allemaal tekenen van de zoektocht naar Nederlands-Indië. En zo legden we samen de link met het slavernijverleden. Want slavernij liep dwars door de Gouden Eeuw heen, in zowel de Oost als de West. In de West werd die pas in 1863 afgeschaft.
Daarna deelde ik mijn familieverhaal. Over mensen die slaaf waren gemaakt, over kinderen die hun vrijheid verloren. Samen keken we naar het verleden, maar dan vanuit een ander perspectief.
En wat mij écht raakte: de brieven die de leerlingen later schreven. Eerlijke woorden, persoonlijke gedachten, en tekeningen die lieten zien hoe goed ze hadden geluisterd.