Skip to main content

Kaapse brieven bevrijd

Bij de deuropening zoals gebruikelijk worden de leerlingen welkom geheten. Sommige heel enthousiast, anderen ietwat verlegen. Voor de meesten is het wennen. Inmiddels zijn alle telefoons in de telefoontas opgeborgen.

Het eerste wat de leerlingen te zien krijgen is een luchtpostenvelop. Hier zitten zoveel verhalen aan vast. In een ver verleden waren brieven heel belangrijk voor zowel de briefschrijver als degene die brieven ontving. Wat is de betekenis van de luchtpostenvelop? Mensen die vertrokken vanuit de kolonies naar het moederland schreven naar het thuisland brieven. Zo ging dat vroeger. Maar de kern van deze gastles is, dat ten tijde van de Republiek, nu Nederland, er oorlogen plaatsvonden. We spreken over de Engelse oorlogen die in de 17e en 18e eeuw plaatsvonden.  Nederland was in oorlog met Engeland. De Zeeschepen worden getoond, wat zijn ze prachtig geschilderd. Een vast onderdeel van die oorlogen in die tijd was de Kaapvaart.

Je kunt een speld horen vallen, zo stil is het en er wordt goed geluisterd. Uiteindelijk zijn de archieven aan de beurt. Wat is een archief? Een archief is een gebouw waar belangrijke documenten worden bewaard. Dit kan zijn in de vorm van agenda’s, notulen, kaarten, brieven, enz. Over dat laatste gaat het nu. De leerlingen krijgen ongeopende brieven te zien, allemaal in dozen. Maar ook een Kaperbrief. Een brief waarbij de overheid toestemming gaf om vijandelijke schepen buit te maken.

In het High Court of Admirality in Kew, een voorstadje van Londen zijn ongeveer 38.000 brieven door Britse Kapers op Nederlandse schepen buitgemaakt. Al die brieven laten zien hoe intensief en vooral gevarieerd de Nederlandse contacten met de ‘Oost’ en ‘West’ zijn geweest.  

Als voorbeeld wordt een brief van Pieter van Driest aan zijn ouders, 6 maart 1795 voorgelezen. Wie is Pieter van Driest?

Pieter van Driest is een gewone jongen uit Amsterdam, geboren als zoon van een timmerman en ‘dienstmaeght’. Als hij in Paramaribo arriveert is hij 22 jaar oud. Door de moeilijke economische omstandigheden heeft hij zijn geboortestad moeten verlaten. Drie weken nadat hij met het schip de jongste Elias is gearriveerd, schrijft hij zijn brief.

.

Paramaribo, 6 maart 1795

Tedergeliefde vader en moeder,

Ik wil u laten weten dat ik fris en gezond in Paramaribo ben aangekomen. We hebben we onderweg veel wind en regen gehad. Ook zijn we door de Fransen overvallen, maar we hebben allemaal moedig gestreden. Ik logeer hier in een ruime kamer in het grootste logement. Ik ben de opzichter van de drukkerij, dus werken doe ik niet veel. Ik heb voor 200 gulden West-Indische kleren laten maken en ben tegenwoordig al een groot heertje! Als God het wil kom ik over 2 jaar weer thuis. Want ik ben toch liever in Amsterdam bij mijn eigen vrienden, dan in dit zwarte land. Als ik mijn enige verlangen uit Amsterdam maar hier had, dan kwam ik nooit meer thuis. Ik heb hier 3 slaven die alles voor me moeten doen.

Verder weet ik niets te melden. Doe de hartelijke groeten aan al mijn vrienden en bekenden. Ik teken met alle achting.

Waarde ouders!

Uw dienstwillige dienaar en zoon,

PvDriest

De leerlingen krijgen een doe-opdracht. Schrijf een brief. Tegenwoordig appen we en dat is heel wat anders dan een brief schrijven. Na uitleg zie je ze nadenken, het duurt even, voor ze hun pen pakken en schrijven.

Het is hun gelukt om naar wie dan ook een brief te schrijven.

Nederland slavernij VOC WIC