
Op pad naar Dedemsvaart, bij de Vrouwen van NU
Vrouwen van Nu is een Nederlandse vrouwenvereniging die al sinds 1930 actief is. In de provincie Overijssel speelt deze vereniging een belangrijke rol in het verbinden van vrouwen, het bevorderen van persoonlijke groei en het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid.
Wat een drukte als ik kom aangereden. Auto’s, fietsen, maar ook mensen die lopend zijn. Het is al een drukte van belang. Binnen zitten de bezoekers al gezellig met een kopje koffie of thee. Ik kijk om me heen en ken niemand. Allemaal oudere dames. Wat weten zij van het koloniale en slavernijverleden? Ik ben benieuwd en begin met de sporen van Overijssel en slavernij. Niemand kent hier iets van.
De sfeer is goed en de aandacht is er. Toch zijn er enkele opmerkingen. Sommigen vinden het te theoretisch, vooral als ze niet veel bekend zijn met het onderwerp. Daarom leg ik eerst een stevige basis door het koloniaal en slavernijverleden in historisch perspectief te plaatsen. Dat geeft context en maakt het makkelijker om de diepte van het onderwerp te begrijpen.
Om de afstand te verkleinen, deel ik mijn persoonlijke familiegeschiedenis. Ik vertel hoe mijn Duitse overgrootvader naar Suriname ging, plantagedirecteur werd en met een slavin drie zonen kreeg, waarvan de jongste mijn grootvader was. Dit persoonlijke perspectief maakt verbinding: slavernijgeschiedenis is niet alleen een abstract verhaal, maar verweven met echte levens en families. Ik merk dat deze invalshoek helpt om begrip te kweken en een brug te slaan naar de kernwaarden van Vrouwen van Nu: verbinden, verdiepen en groeien.
Op de tafel liggen twee angisa’s. Niemand kent ze. Ik leg uit wat ze betekenen en vraag een mevrouw vooraan of ik er een bij haar mag opzetten. Met een vriendelijke glimlach stemt ze toe. Dit kleine gebaar maakt indruk; ik zie en voel dat men het interessant vindt. Objecten als deze vertalen het slavernijverleden naar iets tastbaars.
Tijdens het interactieve gedeelte komt het gesprek op de excuses. De meningen lopen uiteen: sommigen vinden dat er een punt achter hoort, terwijl een mevrouw pleit voor een komma. “Deze geschiedenis moet verteld blijven worden,” zegt ze. Ik zie aan de gezichten dat er meer meningen zijn, maar niet iedereen durft zich uit te spreken.
Ondanks de terughoudendheid voel ik dat mijn verhaal iets in beweging brengt. Misschien is het zaadje geplant en komt het gesprek later op gang. Toch blijft er een zekere afstand in de zaal hangen. Is het de onbekendheid met het onderwerp, de gevoeligheid ervan, of simpelweg een andere manier van luisteren? Ik weet het niet zeker. Wat ik wel weet, is dat dit gesprek gevoerd moet blijven worden, juist op plaatsen waar het nog onbekend is.
Deze lezing heeft me opnieuw laten zien hoe belangrijk het is om dit verhaal te blijven vertellen. Zelfs stilte kan een vorm van verwerking zijn. Elke stap in bewustwording is er één vooruit.


